Waar dient een rioolaansluiting met luchtscheiding (airgap) voor bij waterontharders?

afvoerleidingen uitmondend in een rioleringsbuis maar gescheiden door een aantal centimeters lucht

De spoelwaterleiding van de waterontharder en de leiding die is aangesloten op de overloop van het zoutvat horen op het riool te worden aangesloten. Fabrikanten van waterontharders adviseren deze aansluitingen aan te brengen met in acht neming van een luchtscheiding (airgap).

Waar dient deze luchtscheiding voor? Waarom kunnen de afvoerleidingen niet gewoon in een rioolbuis worden gestoken en wat zijn de mogelijke consequenties als je dit toch doet?

Zeldzaam maar mogelijk

We geven toe, bepaalde scenario's die in dit artikel worden beschreven zijn zeldzaam, maar dat betekent nog niet dat je de daarmee gepaard gaande risico's moet negeren. De kans dat je huis afbrandt is ook gering, toch heeft (bijna) iedereen een opstal- en/of inboedelverzekering. Een goede aansluiting op je riool met luchtscheiding voorkomt mogelijke problemen, kost velen malen minder dan een verzekering, zelfs assurantiebelasting is niet van toepassing.

Wat houdt een rioolaansluiting met luchtscheiding in?

Een rioolaansluiting met luchtscheiding ook wel airgap genoemd is een constructie die gebruikt wordt bij waterontharders waarbij vloeistoffen uit de afvoerleidingen van het spoelwater en overloop het riool in kunnen stromen maar waarbij tussen de leidingen en de rioolafvoerbuis geen fysiek contact is én deze worden onderbroken door een zichtbare scheiding van ten minste twee centimeter lucht.

Waarvoor dient een luchtscheiding te worden aangebracht?

rioolaansluitingen van een waterontharder tekening
illustratie van een waterontharderfabrikant, overduidelijk wordt de airgap aangegeven. In de praktijk zien we het maar weinig terug.

De luchtscheiding met de rioolaansluiting dient twee doelen. Het reduceert de kans dat bacteriën het zoutvat en ionenwisselaar kunnen besmetten. Daarnaast zal bij een mogelijke overdruk in het riool de kans verkleind worden dat rioolwater het zoutvat in kan stromen of de spoelwaterleiding bacteriologisch besmet raakt.

Hoe kan ooit rioolwater je waterontharder instromen?

Je zal je wellicht afvragen hoe rioolwater ooit terecht kan komen in je waterontharder. We gaan er van uit dat de waterontharder volgens goed vakmanschap is aangesloten. Dat houdt in dat de spoelwater afvoerleiding én de leiding van de overloop, via een sifon, aangesloten zijn op het riool. Want dit afvalwater in je kruipruimte laten stromen of even buiten je huis de grond in laten lopen is niet toegestaan.

rioolaansluiting waterontharder
zo zien we het regelmatig (maar niet conform advies fabrikant): afvoerslang (zwart, dun) in het riool gestoken; overloopje niet aangesloten

In speciale situaties, bijvoorbeeld bij onderhoud van het riool door de gemeente, kan sprake zijn van sterke overdruk in het riool. Wanneer deze overdruk situatie zich voordoet bestaat de kans dat uit alle rioolaansluitingen in huis rioolwater stroomt. De kans dat dit op de begane grond plaatsvindt, is groter dan op hoger gelegen verdiepingen.

Deze overdruk kan ook ontstaan als het riool is verstopt en je op dat moment afvalwater loost. Denk maar aan het volgende scenario: het riool is net buiten je huis verstopt geraakt. De waterontharder staat beneden met een rioolaansluiting op zo'n 30 cm hoogte. Wanneer het toilet wordt doorgetrokken zal dit de rioolbuis vullen maar niet meer wegstromen vanwege de verstopping. Na een aantal toilet spoelingen zal het water zodanig de rioolbuis vullen dat het afvalwater boven het niveau van de rioolaansluiting van je waterontharder komt en daar uit stroomt.

Regelmatig worden waterontharder installaties aangesloten waarbij de afvoerleidingen in de sifon van de rioolaansluiting zijn gestoken. Terugstromend rioolwater komt dan in contact met de afvoerleidingen van de waterontharder. Vanuit bacteriologisch oogpunt is dit een onwenselijke situatie.

Nog erger wordt het als de afvoeren "hard" aangesloten zijn op het riool. Dus dat in de rioolbuis gaatjes zijn geboord en daar de afvoerleidingen redelijk luchtdicht op zijn aangesloten. Wanneer in het riool zich een overdruk voordoet zal het rioolwater heel eenvoudig via de overstroom leiding de zoutbak van de waterontharder in kunnen stromen. Daarnaast geef je bacteriën de mogelijkheid zich te verplaatsten richting de waterontharder.

Rioolwater in je zoutvat, we moeten er niet aan denken, geeft niet alleen "troep" in het zoutvat, vrijwel zeker is het zoutvat bacteriologisch besmet.

Wanneer deze situatie zich heeft voorgedaan moet het zoutvat (en de rest) direct grondig worden schoongemaakt én gedesinfecteerd anders zal bij de volgende regeneratie vervuild water uit het zoutvat worden gezogen en door de ionenwisselaar stromen. Daarmee wordt ook de ionenwisselaar bacteriologisch besmet en is de kans zeer groot dat het leidingwater water wat tijdens normaal bedrijf door de ionenwisselaar stroomt ook besmet zal raken. Een situatie die je te allen tijde wil voorkomen.

Luchtscheiding vormt een bijna onneembare barrière

Wanneer de overloopaansluiting niet op het riool is aangesloten maar uitmondt in de kruipruimte wordt onterecht aangenomen dat het probleem van bacteriologische besmetting afwezig is.

De afvoerleiding van het spoelwater is met een klep aangesloten op de ionenwisselaar. Menigeen zal denken dat als de klep dicht staat, en dat staat hij vrijwel altijd behalve ten tijde van het regenereren, kan dus ook geen (riool) water de ionenwisselaar in stromen. Die gedachte is begrijpelijk maar niet juist. Dat een klep of kraan "dicht" staat houdt nog niet in dat er een sprake is van een totale afsluiting. Geen enkele kraan of klep sluit voor 100% af.

Hoe minuscuul dan ook, maar een vloeistof en/of bacteriën zijn in staat om een dichte klep te passeren. De meeste bacteriën hebben een afmeting tussen de 1 en 5 µm (micro meter), dat is 0,001 - 0,005 millimeter, heel klein dus. Een bacterie is in staat "langs een gesloten klep te kruipen".

Bedenk dat terugstromend rioolwater nog geen eens noodzakelijk is voor een bacteriologische besmetting. In een rioolbuis zijn bacteriën aanwezig. Zeker na het spoelen zal de leiding van waterontharder naar riool een beetje vochtig zijn. Dit is voldoende voor bacteriën om zich een weg naar boven te banen.

Wanneer de afvoerleiding van de waterontharder in de rioleringsbuis is gestoken en deze leidingen dus fysiek contact met elkaar hebben, is het denkbaar dat bacteriën vanuit het riool in de afvoerleiding van de ontharder terecht kunnen komen. Wanneer de afvoerleidingen ten opzichte van de bovenkant van de rioolbuis zijn gescheiden met vier centimeter lucht is dit voor bacteriën een bijna onneembare barrière.

Uit voorgaande kan je dus de conclusie trekken dat je moet proberen te voorkomen dat riool "fysiek contact" heeft met de waterontharder.

Hoe kunnen we zorgen dat het riool niet rechtstreeks in contact staat met de waterontharder?

Wat we willen bereiken is dat het spoelwater en eventueel het water uit het overloopje wel het riool in kunnen stromen maar dat water uit het riool niet de leidingen van de waterontharder kunnen bereiken.

Dit kan worden bereikt door het uiteinde van de leidingen niet in de rioolaansluiting te steken maar deze "er ruim boven te hangen". Er moet dus, in verticale richting, lucht zitten tussen de rioolaansluiting en de afvoerslangen.

Door de leiding op enige afstand boven de rioolbuis te hangen kan het water uit de waterontharder de rioolbuis in stromen. De afstand moet minimaal twee centimeter zijn maar vier centimeter of meer wort geadviseerd. Mocht onverhoopt water uit de rioolbuis stromen dan zal dit uit de rioolaansluiting stromen vergelijkbaar met het overkoken van bijvoorbeeld een pan met melk. Het water stroomt dan over de rand naar beneden. De druk in het riool moet wel heel groot zijn wil het rioolwater een afstand van vier centimeter lucht overbruggen en zo de afvoerleidingen in stromen.

Wat zijn de uitdagingen voor het maken van een luchtscheiding?

spoelwater en overloop aansluitingen op riool met luchtscheiding

Bij de constructie zijn twee problemen te overwinnen. Ten eerste mogen de leidingen niet naar beneden kunnen schuiven, de luchtscheiding van een aantal centimeters moet kost wat kost worden gehandhaafd.

Daarnaast moet al het afvalwater in de rioolbuis stromen en niet gedeeltelijk er naast spatten. Dit laatste kan worden bereikt als de diameter van de rioolbuis flink groter is dan de afvoerleidingen. Nog beter is het als de rioolbuis boven de sifon van een brede trechter wordt voorzien.

Het hiernaast afgebeelde model wordt geleverd door Airgap international uit Californië.

Doe het zelf oplossingen

Particulieren die zelf de installatie uitvoeren merken dat een kant en klare oplossing in de vorm van een hulpstuk lastig verkrijgbaar is. Vandaar dat zij die zich bewust zijn van deze problematiek en zelf een oplossing verzinnen voor een mogelijke "instroming bij overdruk" en een luchtscheiding maken, de een wat beter dan de ander.

Hiernaast een principeschema met een sifon, 45 graden mof en opzet buisje waar de twee afvoerleidingen in gestoken zijn. De twee horizontale lijnen illustreren de afstand van bovenkant riool en onderkant van de afvoerleidingen. Men heeft hier getracht een luchtscheiding te creëren waardoor bij overdruk in het riool het water uit het lager gelegen gedeelte van de mof zal stromen.

De oplossing blinkt uit in eenvoud maar kent twee problemen: de slangen zijn niet vastgezet en kunnen dus naar beneden zakken (daar is nog wat op te verzinnen) maar daarnaast is geen zichtbare luchtscheiding of luchtbrug. De afvoerleidingen en de rioolaansluiting hebben dus fysiek contact met elkaar wat de kans op bacteriologische besmetting vergroot. Het is natuurlijk al véél beter dan de leidingen zomaar in de sifon te hangen maar het kan beter.

spoelwater en overloop aansluitingen op riool met luchtscheiding
afvoerleiding van de waterontharder is met de "Doevendans methode" aangesloten op het riool

Hiernaast een hele creatieve oplossing die we de "Doevendans methode" noemen. Deze is bedacht door de Peer Doevendans en is gemaakt met eenvoudige en makkelijk beschikbare middelen. Hij bestaat uit een techniek die het best omschreven kan worden als de pijp-in-een-pijp-in-een-pijp methode.

De afvoerleiding van de waterontharder (hier met koper buis uitgevoerd) wordt in een leiding gestoken die een grotere diameter heeft dan de afvoerleiding. Door het gebruik van de juiste dikte "afstandhouder" (een plankje) wordt gezorgd dat de afvoerleiding gecentreerd in de tweede leiding komt en daarmee fysiek contact mijdend. Deze tweede leiding wordt vervolgens weer in de rioolbuis gestoken die weer een grotere diameter heeft. Ook hierbij is het noodzakelijk dat de tweede leiding geen contact heeft met in dit geval de rioolbuis. Dit wordt bereikt door de tweede leiding gecentreerd in de derde leiding te steken waarbij de tweede leiding is geborgd met de juiste maat afstandhouder.

Deze oplossing heeft weliswaar geen "zichtbare luchtscheiding" maar door gebruik van de "tussen buis" en een relatief grote afstand tussen bovenkant rioolbuis en onderkant afvoerleiding werkt deze oplossing adequaat genoeg. Het enige nadeel is dat deze oplossing twee keer moet worden gemaakt, voor de spoelwater- en overstroomleiding.

De zichtbare luchtscheiding dient er voor dat het bijna onmogelijk is dat door vervuiling toch een "brug" komt tussen riool en afvoerleidingen. Mocht dit onverhoopt toch gebeuren dan is dit zichtbaar (en niet verscholen in een pijp) en kan de vervuiling worden verwijderd.

Foto's rioolaansluitingen voor waterontharders

rioolaansluiting met luchtscheiding
kant en klaar hulpstuk voor op sifon: goed maar afstand tussen afvoerleiding en bovenkant rioolaansluiting is wat krap
rioolaansluiting met luchtscheiding
kant en klaar hulpstuk voor op sifon: goed maar helaas maar één aansluiting, twee noodzakelijk
rioolaansluiting met luchtscheiding
als hiernaast maar dan in rioolleiding gestoken
rioolaansluiting met luchtscheiding
DHZ oplossing: fragiel maar voldoet
rioolaansluiting met luchtscheiding
DHZ oplossing: slang iets te diep ingestoken en afvoerleiding heeft contact met riool, overloopleiding vergeten
rioolaansluiting met luchtscheiding
DHZ oplossing: T-stuk met lange buis: overdruk beveiliging goed, maar geen luchtscheiding, sifon lijkt afwezig
rioolaansluiting met luchtscheiding
DHZ oplossing: sifon is goed, geen overdruk overloop en spoelwaterleiding hoort niet in sifon gestoken te zijn, overloop niet aangesloten
rioolaansluiting met luchtscheiding
standaard oplossing, helaas maar één aansluiting, twee noodzakelijk, wel luchtscheiding maar deze bevindt zich niet boven de rand van de overstroom opening
rioolaansluiting met luchtscheiding
aandacht aan besteed maar leidingen zitten niet boven maar in trechter daardoor contact met rioolwater bij overdruk
rioolaansluiting met luchtscheiding
afvoer strak in riool en ook nog eens knullig met tape
rioolaansluiting met luchtscheiding
geen overloop oplossing bij overdruk, afvoerslangen horen niet in het riool gestoken te zijn
rioolaansluiting met luchtscheiding
kant en klare oplossing van Delta: fraai maar "overloop rand" zit op zelfde hoogte als uitgang van de afvoerleidingen waardoor contact met rioolwater mogelijk is bij overdruk in riool: mooie oplossing maar kan nog net wat beter

Hoe ziet onze rioolaansluiting met luchtscheiding er bij voorkeur uit?

rioolaansluiting met luchtscheiding principeschema
principe tekening rioolafvoer aansluiting met luchtscheiding
A >= 4 cm, B >= 1 cm, C >= 1 cm, B+C+D >= 7 cm, s=spoelwaterleiding, t=overloopleiding, x=slangklem, y=overstroom niveau riool, z=rioolpijp 40 mm naar sifon

Als wij fabrikanten van waterontharders mochten adviseren een rioolafvoer aansluiting standaard bij een waterontharder te leveren, dan is dat een constructie die in een rioolbuis van 40 mm geschoven kan worden en moeten voldoen aan onderstaande:

  • Op de rioolbuis moet eerst een sifon aangesloten worden, bij voorkeur is de sifon een integraal onderdeel van de "rioolafvoer aansluiting".
  • Op de sifon moet een constructie gemonteerd zijn waarbij de afvoerleidingen blijvend worden vastgezet bijvoorbeeld met metalen slangklemmen (x) waardoor het praktisch onmogelijk is dat deze leidingen "in de rioolbuis kunnen zakken"
  • Het water van de afvoerleidingen mag niet naast de rioolafvoer komen (een constructie bijvoorbeeld met een trechter die voorkomt dat het afvoerwater wegspat)
  • Tussen de onderkant van de afvoerleidingen en het overstroom niveau van het riool (y), moet zich een van buiten de constructie zichtbare opening bevinden van tenminste vier centimeter (A)
  • De constructie die de afstand bewaard tussen rioolafvoer en afvoerleidingen moet voldoen aan twee eisen: 1. de constructie moet gezien vanaf het uiteinde van de afvoerleiding(en) eerst om hoog lopen en het hoogste punt moet minimaal één centimeter (B) hoger liggen dan het uiteinde van de afvoerleidingen (s en t), moet dan minimaal 1 cm horizontaal liggen (C) en mag daarna pas weer naar beneden lopen richting riool (D); 2. de "af te leggen weg", gemeten vanaf de onderkant van de afvoerleidingen tot het overstroom niveau van het riool moet minimaal zeven centimeter bedragen (B+C+D).
  • De constructie moet zodanig ontworpen zijn dat het vrijwel onmogelijk is dat de constructie, ook wanneer de leidingen onder enige spanning staan, van de sifon kan vallen.

Rioolaansluitingen die voldoen aan bovenstaande eisen, of daar heel dicht bij in de buurt komen zijn ons niet bekend. Bent u een leverancier die deze constructie aanbiedt die aangesloten kan worden op de sifon en op het riool? Meldt dit dan bij ons, we zullen een foto publiceren en gegevens plaatsen.


Offerte service

Wilt u een aantal op maat gesneden aanbiedingen ontvangen van waterontharders? Klik dan hier.


Foutje of aanvulling? Stuur ons een reactie

home­ >installatie aspecten